In artikel 1, lid 1 DHW staat duidelijk vermeld wat een paracommerciele instelling is. Het betreft een rechtspersoon, niet zijnde een BV of NV, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf. Daarvan is hier geen sprake.
In deze situatie wordt door een commercieel bedrijf een ruimte gepacht in een gebouw waarin paracommerciele activiteiten worden uitgeoefend. Het betreft hier dus geen paracommerciele instelling.
De gemeente kan dit probleem ondervangen door de volgende bepaling op te nemen in de paracommerciele verordening:
Artikel ……. Schenktijden en verbod verstrekken van sterke drank
1. Het is verboden buiten onderstaande tijden alcoholhoudende drank te verstrekken in een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, niet zijnde een paracommerciële inrichting, welke:
a. deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt om onderwijs te geven aan leerlingen die merendeels de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, of
b. deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij een of meer jeugd- of jongerenorganisaties, of
c. deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is als gemeentelijk wijkgebouw of buurthuis, of
d. deel uitmaakt van een gebouw, dat uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij één of meer sportorganisaties of –instellingen.
Maandag tot en met donderdag van …. uur tot ….. uur
Vrijdag, zaterdag en zondag …. uur tot …. uur
2. In de in het eerste lid bedoelde inrichtingen is het verboden sterke drank te verstrekken..
Advies:
1. Verordening aanpassen en uitbreiden met een artikel zoals hiervoor genoemd of met een vergelijkbare strekking. Of het bepaalde in lid 2 moet worden opgenomen is natuurlijk aan de gemeente, dat geldt ook voor de genoemde dagen;
2. Met toepassing van punt 1 wordt het Drankwettelijke gedeelte opgelost. Echter, commerciële horeca op die locatie is in strijd met het bestemmingsplan. Dat betekent ook dat het gebruik als horecadeel in overeenstemming moet worden gebracht met het geldende bestemmingsplan (binnen- of buitenplanse procedure).