zoeken

Alcoholverstrekking in speelautomatenhal

Vraag

Volgens een exploitant van een speelautomatenhal mag hij door een wetswijziging in de Drank- en Horecawet voortaan alcoholische drank schenken in zijn speelautomatenhal.

Als ik de wet erbij pak lees ik in de definitiebepalingen niet dat een speelautomatenhal in de Drank- en Horecawet wordt uitgesloten. In artikel 14 lid 2 wordt benoemd dat het verboden is een horecalokaliteit of een terras uit te oefenen, of te gebruiken als kleinhandel of zelfbedieningsgroothandel. 

In lid 3 van datzelfde artikel worden de in lid 2 bedoelde activiteiten beschreven en onder sub b. staat het bedrijfsmatig aanbieden van diensten, uitgezonderd diensten van recreatieve en culturele aard. Diensten van recreatieve en culturele aard zijn dus wel toegestaan. 

In lid 4 staat dan echter nog een uitzondering. Kansspelen in het algemeen worden niet als diensten van recreatieve aard gezien, behalve het aanwezig hebben van speelautomaten als bedoeld in titel Va van de Wet op de Kansspelen. 

Als ik in Titel Va van de Wet op de Kansspelen kijk dan beslaat deze de artikelen 30 t/m 30aa. In artikel 30c lid 1 staat zowel beschreven dat in hoogdrempelige inrichtingen als in een inrichting, anders dan een hoogdrempelige inrichting, bestemd om het publiek de gelegenheid te geven een spel door middel van kansspelautomaten te beoefenen, indien het houden van een zodanige inrichting krachtens een vergunning van de burgemeester bij gemeentelijke verordening is toegestaan. 

Ik kom op basis hiervan, hoe onwenselijk ook, tot de conclusie dat zowel de Wet op de Kansspelen als de Drank- en Horecawet geen verbod inhouden voor het schenken van alcoholische drank in een speelautomatenhal. Klopt dat?

Antwoord

Artikel 14 DHW geeft aan wat wel en niet in een horecalokaliteit mag plaatsvinden.

Diensten van recreatieve aard mogen plaatsvinden. Hieronder valt, zo stelt het 4e lid, niet het aanbieden van kansspelen.

Onder diensten van recreatieve aard als bedoeld in het derde lid, onder b, wordt namelijk niet verstaan het aanbieden van kansspelen, met uitzondering van het aanwezig hebben van speelautomaten als bedoeld in Titel Va van de Wet op de kansspelen.

In die titel Va staat artikel 30b. In artikel 30b van de Wet op de kansspelen (vergunningsplicht voor het opstellen van kansspelautomaten) staat dat er een vergunningsplicht geldt voor het aanwezig hebben van kansspelautomaten in hoogdrempelige inrichtingen (artikel 30c, lid 1 onder a). Daaraan wordt gerefereerd in artikel 14, lid 4 DHW. Een hoogdrempelige inrichting is nl. altijd een horecalokaal.

In artikel 30c wordt ook gerefereerd aan de vergunningsplicht voor het aanwezig hebben van kansspelautomaten in een inrichting, anders dan onder a, bestemd om het publiek de gelegenheid te geven een spel door middel van kansspelautomaten te beoefenen, indien het houden van een zodanige inrichting krachtens een vergunning van de burgemeester bij gemeentelijke verordening is toegestaan (artikel 30c, lid 1 onder b).

In artikel 14, lid 2 aanhef van de Drank- en Horecawet wordt echter geregeld dat een aantal vormen van dienstverlening niet is toegestaan in horecalokalen. Dat is nader uitgewerkt in het derde lid, in dit geval onder b.

Het gaat hier dus om horecalokalen en niet om inrichtingen zoals bedoeld in artikel 30c, lid 1 onder b van de Wet op de kansspelen (de speelcasino’s).

Artikel 30c, lid 1 onder b Wet op de kansspelen regelt dus alleen de vergunningsplicht voor het aanwezig hebben van kansspelautomaten en niet het verstrekken van alcoholhoudende dranken. Dat regelt nu juist de Drank- en Horecawet en die stelt dat dienstverlening (dat is onder meer het aanbieden van kansspelen) in horecalokalen is verboden.

Slechts het aanbieden van kansspelautomaten in horecalokalen is toegestaan. Wanneer dit nl. niet geregeld zou worden in de Drank- en Horecawet, dan zouden alle kansspelautomaten uit de horecabedrijven moeten worden verwijderd!

Kortom, het aanbieden van kansspelen in dezelfde ruimte als de ruimte waar alcoholhoudende drank wordt verstrekt voor gebruik ter plaats is verboden! Wat wel kan is dat in het bedrijf een ruimte waarin de kansspelautomaten van het speelcasino staan opgesteld wordt afgescheiden van de ruimte waarin alcoholhoudende dranken worden verstrekt voor gebruik ter plaatse.

De ruimte van het speelcasino mag vervolgens niet uitsluitend te bereiken zijn door eerst het horecalokaal te betreden (zie hiervoor artikel 15, lid 1 DHW).

Hieronder vermelden wij volledigheidshalve en ter nadere duiding nog even de passage uit de Memorie van toelichting van de wet tot wijziging van de Drank- en Horecawet (bladzijde 20, vergaderjaar 2008–2009, 32 022, nr. 3).

Aanpassing verbod verrichten diensten in horecalokaliteit Voorgesteld wordt verder het begrip diensten in artikel 14, derde lid, aan te passen. Het betreft het huidige verbod om een horecalokaliteit tevens in gebruik te hebben voor het bedrijfsmatig aanbieden van diensten. Dat verbod is op 1 november 2000 in werking getreden. De achtergrond van deze bepaling is – volgens de memorie van toelichting destijds – dat de wetgever het bijvoorbeeld onwenselijk vond dat een postagentschap is gevestigd in een horecalokaal. Andere ongewenste combinaties zijn een reisbureau, een kapper, een ticketbureau of een bank in een horecalokaal.

De huidige formulering leidt echter ook tot een verbod op het verstrekken van alcohol in bijvoorbeeld een ruimte waarin voorstellingen worden gegeven, films worden vertoond of wordt gesnookerd. Dat blijkt in de praktijk problemen te geven. Daarom wordt voorgesteld om «diensten van recreatieve en culturele aard» van dit verbod uit te zonderen. Hierdoor wordt het mogelijk gemaakt dat recreatieve spelen worden aangeboden in een horecalokaliteit, en ook andersom, dat in zalen waar recreatieve spelen worden gespeeld alcohol wordt geschonken. Het is echter niet gewenst dat in een horecalokaliteit kansspelen worden aangeboden, anders dan de reeds bestaande uitzondering voor speelautomaten in de Wet op de kansspelen.

Categorie: Veelgestelde vragen