Vraag
Een slijterij heeft een uitstalling van zwak-alcoholhoudende dranken. Ik weet dat het niet mag, maar welk artikel dien ik te gebruiken?
Ik ga namelijk een waarschuwingsbrief opstellen en moet uiteraard het overtreden artikel benoemen.
Artikel 12 lid 2 gaat over sterke drank (in slijtlokaliteit), maar hoe zit het met zwakke dranken?
Antwoord
Het betreft een slijter met een drank- en horecavergunning. In artikel 1 staat de definitie van een slijter en ook van een slijtlokaal. Een slijtersbedrijf betreft de activiteit bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse, al dan niet gepaard gaande met het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van zwak-alcoholhoudende en alcoholvrije drank voor gebruik elders dan ter plaatse of met het bedrijfsmatig verrichten van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen andere handelingen.
Waar mag dat verstrekken plaatsvinden? Dat gebeurt in een slijterslokaal dat onderdeel is van de slijtinrichting. Dat is een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van of samenvallend met een inrichting waarin het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse. Een inrichting is in dit kader het slijtlokaal waarin het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend.
Een slijtersbedrijf verstrekt dus altijd alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse in een slijtlokaal. Voor sterke drank is dat nog eens expliciet gemeld in artikel 12, lid 2 DHW, in artikel 18, lid 1 staat aangegeven dat het is verboden in de uitoefening van een ander bedrijf dan het slijtersbedrijf zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse aan particulieren te verstrekken. Zoals hiervoor aangegeven bestaat een slijtersbedrijf uit lokalen en moet dus in dat lokaal de alcoholhoudende dranken worden verstrekt voor gebruik ter plaatse.
Wanneer de slijter alcoholhoudende dranken aanwezig heeft in een (openbare) ruimte gelegen voor het slijtersbedrijf zijn er drie zaken van belang:
Echter, dan is sprake van een overtreding van het bepaalde in artikel 25, lid 1 onder a DHW omdat de slijter (dus in die openbare ruimte) geen slijtersbedrijf uitoefent (dat doet de ondernemer alleen binnen in het slijtlokaal). Aldus wordt, anders dan in de rechtmatige uitoefening van het slijtersbedrijf, een (openbare) ruimte voor het publiek geopend gehouden en in die ruimte is het verboden om alcoholhoudende drank aanwezig te hebben. Boete: zie Bijlage Besluit bestuurlijke boete DHW, categorie C: € 1.380,-.