De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 15 juli 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:2226) uitgesproken dat een verdacht verleden niet eeuwig aan een ondernemer kan worden nagedragen.
De Afdeling gaf daarbij aan dat de burgemeester ten onrechte een aangevraagde drank- en horecavergunning heeft geweigerd, ondanks het feit dat de burgemeester zich bij deze weigering heeft gebaseerd op een advies van het bureau Bibob. Uit onderzoek van genoemd bureau bleek dat de beoogde exploitant 12 jaar geleden was veroordeeld was vanwege overtredingen van de Opiumwet.
Daarnaast oordeelde de burgemeester dat de ondernemer geld zou hebben overgehouden aan zijn vroegere criminele activiteiten. Dit geld zou via het betreffende horecabedrijf kunnen worden witgewassen.
De Afdeling oordeelde echter dat overtredingen weliswaar lang kunnen worden nagedragen, bijvoorbeeld als veel geld is verdiend met criminele activiteiten. Bij de betreffende ondernemer was dat niet het geval en hij had sindsdien ook al twee andere ondernemingen gedreven. De kans dat er na 12 jaar nog zwart geld in het nieuwe café kan worden witgewassen, is volgens de Afdeling zeer gering. De Afdeling sprak daarbij uit dat het niet de bedoeling is geweest van de Wet Bibob om iemands misdragingen eeuwig te blijven aanrekenen.
Inmiddels heeft de ondernemer de gemeente aansprakelijk gesteld voor geleden schade.
Klik hier voor de uitspraak.
