Vraag:
Wij zijn gebeld door een eigenaar van een boekhandel. Hij wil graag koffie en thee gaan schenken tegen betaling in een boekhandel.
Kunnen wij voor die ruimte een exploitatievergunning afgeven? Of is daar geen vergunning voor nodig?
Antwoord:
Het gaat om een alcoholvrij horecadeel in een boekwinkel. In dat geval zijn de ge- en verboden van de Drank- en Horecawet niet van toepassing, alhoewel het verstandig is om de ondernemer wel te wijzen op deze bepalingen.
Voor het overige dient nagegaan te worden wat de betreffende mogelijkheden zijn zoals vastgelegd in het vigerende bestemmingsplan. Staat het bestemmingsplan (enige vorm van) horeca toe, of laat het toe dat een klein deel van de winkel voor horeca gebruikt mag worden zonder dat er sprake is van een met het bestemmingsplan strijdige situatie? Kennelijk is in de gemeente sprake van een exploitatievergunningsplicht, mogelijk gekoppeld aan het feit dat geen strijdigheid mag ontstaan met het vigerende bestemmingsplan. Met andere woorden staat het bestemmingsplan geen (enige vorm van) horeca toe, dan kan ook geen exploitatievergunning worden verleend.
Staat het bestemmingsplan niet aan deze activiteiten in de weg, dan kan een exploitatievergunning verleend worden, tenzij de burgemeester krachtens een artikel in de APV de mogelijkheid heeft om voor ondergeschikte horeca en onder bepaalde voorwaarden de vergunningplicht uit te schakelen. Daarvoor moet de burgemeester een beleidskader hebben vastgesteld en gepubliceerd. Uiteraard dient ook in de gaten gehouden te worden dat er geen strijd ontstaat de Winkeltijdenwet. Mogelijk kan ten aanzien van de opening- en sluitingstijden in de exploitatievergunning worden aangesloten bij de tijden zoals vermeld in artikel 2 van de Winkeltijdenwet (of de lokale Winkeltijdenverordening).
Omdat voorts de functie van de winkel voor een deel wordt aangepast en horeca-activiteiten worden toegevoegd, moet daarvoor een melding worden gedaan in het kader van het Activiteitenbesluit milieubeheer (artikel 1.10 e.v.) en mogelijk het Bouwbesluit 2012 (artikel 1:18 e.v.).
Wanneer de betreffende horeca-activiteiten uiteindelijk zijn gerealiseerd en nadien wenst de ondernemer zijn/haar dienstverlening uit te breiden met het verstrekken van alcoholhoudende de dranken voor gebruik ter plaatse, dan is de vergunningsplicht in de Drank- en Horecawet van toepassing en gelden onder meer de eisen ten aanzien van de leidinggevenden (artikel 8), de eisen ten aanzien van de inrichting (artikel 10). In dat kader is het belangrijk dat dan wordt voldaan aan het vereiste van artikel 15, lid 1 van de Drank- en Horecawet (bereikbaarheid en afscheiding winkel- en horecadeel).