zoeken

Vraag en antwoord: Inrichtingseisen – toiletten en ventilatie

Wij hebben een aanvraag voor een nieuwe horecalocatie. De horeca wordt gerealiseerd in oud pand. Het pand voldoet voor het grootste deel aan het besluit inrichtingseisen, op de ventilatie en de toilethoogte na. Nu heb ik 2 vragen hierover:

Vraag 1:

Vanwege het oude pand is de toiletruimte ter plaatse van de toiletpot maar ca. 1,93 hoog, maar bij binnenkomst in de toiletruimte is het ca. 2,10meter. Er is dus een opstapje in de toiletruimte voor zowel de dames als de heren. Doordat het pand hiervoor geen horecagelegenheid was, voldoet deze niet aan het overgangsrecht. Na het lezen van jurisprudentie komen wij eigenlijk toto de conclusie dat er voor nieuwe horecagelegenheden geen mogelijkheid is om af te wijken van het gestelde in het bouwbesluit en/of het besluit inrichtingseisen. Klopt dit

Vraag 2:

Het pand voldoet momenteel niet aan de ventilatie eisen. Is dit een weigeringsgrond of mag je in de vergunning dit opnemen als voorwaarde. Dus dat we de vergunning wel verlenen onder de voorwaarde dat het pand voldoet aan de ventilatie eisen.

 

Antwoord vraag 1:

Het toiletdeel moet inderdaad voldoen aan de hoogte-eis zoals opgenomen in het Bouwbesluit 2012. Dat is overigens geen weigeringsgrond voor de drank- en horecavergunning maar moet wel leiden tot een aanschrijving door het college van B&W wegens het niet voldoen aan het Bouwbesluit.

 
Antwoord vraag 2:
 
Het betreft hier een oud pand. Mogelijk betreft het een rijksmonument. Als dat het geval is geldt het bepaalde in artikel 5, lid 2 van het Besluit eisen inrichtingen DHw en kan de burgemeester afwijken van deze strenge eis, mits de luchtverversing op een andere wijze dan voorzien in het eerste lid wordt gerealiseerd en dit leidt tot een luchtkwaliteit in de horecalokaliteit die vergelijkbaar is met de luchtkwaliteit die zou worden gerealiseerd door middel van de in het eerste lid bedoelde mechanische ventilatie-inrichting.
 
Het niet voldoen aan de eisen van artikel 5 van het Besluit leidt tot de conclusie dat niet wordt voldaan aan het gestelde in artikel 10 van de DHw en dat levert een verplichte weigeringsgrond op in artikel 27, lid 1 aanhef en onder a van de DHw. Het stellen van de  beschreven voorwaarde is niet mogelijk.