Op 6 juni 2018 heeft het Tweede Kamerlid van de VVD, de heer Ziengs, een wetsvoorstel ingediend tot wijziging van de Drank- en Horecawet en enkele andere wetten in verband met verruiming van de mogelijkheid tot het inzetten van mengformules (Wet regulering mengformules).
Het idee achter dit wetsvoorstel is dat horeca- en slijtersbedrijven bij de gemeente een vergunning kunnen aanvragen voor ‘nevenactiviteiten’ onder voorwaarde dat de omzet uit die nevenactiviteiten nooit groter wordt dan die uit de oorspronkelijke activiteiten.
Daarnaast wordt het ook voor winkels mogelijk gemaakt onder voorwaarden tegen betaling of anders dan om niet zwak-alcoholhoudende drank te verstrekken.
Daarvoor zal in de Drank- en Horecawet een nieuwe categorie worden geïntroduceerd onder de naam: het gemengd kleinhandelsbedrijf. Het betreft hierbij dan winkels waar met een vergunningen onder mogelijke voorwaarden, alcohol mag worden verkocht en geschonken.
Naar de mening van de heer Ziengs levert dit wetsvoorstel geen oneerlijke concurrentie op, omdat in alle bedrijven dezelfde regels gelden. Er moet altijd een leidinggevende aanwezig zijn en er moet voldoende kennis over sociale hygiëne zijn. Ook bij de kapper en in winkels blijft het verboden drank te verkopen aan minderjarigen.
Volgens het wetsvoorstel mogen tankstations ook weer drank mogen verkopen met een vergunning. Dat is in 2000 verboden, vanwege de veiligheidsrisico’s van alcohol in het verkeer.
Voorts wordt voorgesteld om het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet te laten vervallen omdat een groot deel van de eisen uit het besluit tevens is opgenomen in het Bouwbesluit 2012 of is verouderd. Het gaat onder andere om de aanwezige ventilatiecapaciteiten, de kwaliteitseisen voor de drinkwatervoorziening en waterspoeling, aanwezigheid van elektriciteitsvoorzieningen en de minimale hoogte van horeca- en slijterijinrichtingen. Dat geldt tevens voor het besluit waarin de nadere toegestane handelingen van een slijtersbedrijf zijn neergelegd.
De staatssecretaris voor Volksgezondheid, Paul Blokhuis, is tegen dit wetsvoorstel. Het wetsvoorstel houdt totaal geen rekening met volksgezondheidsaspecten. In het wetsvoorstel wordt het mogelijk gemaakt om het aantal plekken waar alcoholhoudende dranken kunnen worden verstrekt aanmerkelijk uit te breiden en dat staat haaks op het gehele gedachtengoed van de (huidige) Drank- en Horecawet, waarin de economische belangen zoals beschreven in het genoemde wetsvoorstel geen rol spelen.
Hieronder vindt u het wetsvoorstel en de daarbij behorende memorie van toelichting.