Wij ontvingen van een gemeente de volgende vraag.
Vraag
Wij hebben een vraag over de inrichtingseisen van een horecabedrijf.
In het Besluit eisen inrichtingen DHw staat vermeld dat er twee volledig van elkaar afgescheiden toiletgelegenheden aanwezig moeten zijn in de onmiddellijke nabijheid van een horecalokaliteit.
Nu is de bestaande situatie zo dat er 4 wc’s naast elkaar zijn gesitueerd. In elke wc is alleen wc-pot aanwezig en geen voorziening voor water. De 4 wc’s bevinden zich in een afgesloten ruimte (zie bijgevoegde situatietekening). In deze ruimte is wel een watervoorziening aanwezig.
Nu vragen wij ons af of de wc’s voor de mannen en dames van elkaar afgesloten moeten zijn? En is het ook al voldoende als er in elke wc een wasbak wordt gemaakt?
Tevens heeft deze locatie ook nog een toiletgelegenheid die ongeveer 50 tot 100 meter van de horecagelegenheid bevindt. Nu staat erin het artikel alleen onmiddellijke nabijheid van een horecalokaliteit. Hoeveel meter spreken wij hier dan over?
Hopelijk kunnen jullie deze vragen beantwoorden.
Antwoord
Gekeken naar de situatietekening, zien we slechts 1 toiletgelegenheid waarin 4 toiletruimten zijn gevestigd.
Daarmee wordt niet voldaan aan het vereiste van artikel 7, lid 1 van het Besluit eisen inrichtingen DHw.
Er moeten nl. minstens 2 volledig van elkaar gescheiden toiletgelegenheden aanwezig zijn.
De toiletgelegenheid die er nu is, aldus met 4 toiletruimten, voldoet wel aan het vereiste van de aanwezigheid van een of meer behoorlijke voorzieningen om de handen met stromend deugdelijk drinkwater te kunnen wassen.
Het is voorts geen wettelijk vereiste dat er een gescheiden heren- en damestoiletgelegenheid wordt gemaakt, maar zoals gezegd moeten er wel twee volledig van elkaar gescheiden toiletgelegenheden zijn. In de praktijk zie je vaak een aparte heren- en een aparte damenstoiletgelegenheid.
Kortom, de situatie zoals op tekening aangegeven voldoet niet aan het vereiste van artikel 7 van het Besluit eisen inrichtingen DHw. Daarmee wordt niet voldaan aan het vereiste van artikel 10 van de Drank- en Horecawet en daarmee ontstaat de weigeringsgrond van artikel 27, lid 1 aanhef onder a van de Drank- en Horecawet.
Als hiervoor in het verleden toch een drank- en horecavergunning is afgegeven, dan heeft die vergunning, voor zover deze nog rechtsgeldig is, inmiddels formele rechtskracht gekregen en is deze vergunning in rechte onaantastbaar. Dat geldt niet voor een nieuwe ondernemer, die moet gewoonweg voldoen aan de wettelijke eisen.
Oplossing
Wanneer de ondernemer een tussenwand plaatst tussen toilet 2 en 3 en de kast verwijdert, ontstaan er twee volledig van elkaar gescheiden toiletgelegenheden met eigen toegang.
Als deze nieuw gecreëerde toiletgelegenheid ook een eigen voorziening heeft om de handen met stromend deugdelijk drinkwater te kunnen wassen, wordt daarmee voldaan aan het vereiste van artikel 7 van het genoemde Besluit. De scheidingswand moet uiteraard wel voldoen aan de vereisten uit het Bouwbesluit 2012, zeker voor wat betreft de brandvertragendheid, dus e.e.a. wel even kortsluiten met Bouwtoezicht en Brandweer.
Onmiddellijke nabijheid toiletten
Met betrekking tot de toilet die 50 tot 100 verderop is gelegen het volgende.
De toilet moeten inderdaad in de onmiddellijke nabijheid van het horecabedrijf zijn gelegen. Maar wat is nu de “onmiddellijke nabijheid”? Het is aldus een vereiste dat de toiletten zonder omwegen of oponthoud op een kleine afstand van de horecalokaliteit gelegen moeten zijn. Om te beoordelen of toiletten zich in de onmiddellijke nabijheid van de horecalokaliteit bevinden, moet niet alleen naar de te overbruggen afstand worden gekeken maar moet ook de ligging van de toiletten en de weg er naar toe worden meegewogen. Voor elke situatie moeten dan ook al deze afwegingen worden gemaakt.
Daarnaast speelt het kenbaarheidscriterium. Waar de toiletten zich bevinden moet duidelijk zijn aangegeven, zeker als de afstand wat groter wordt. In een groot warenhuis waar beneden de toiletten zijn en ergens op de vierde verdieping het restaurant, lijkt onaanvaardbaar. Op hetzelfde niveau lijkt ruim 50 meter in orde. Je mag niet van een ieder verwachten dat ze kunnen sprinten.
Rolstoeltechnisch en rollatortechnisch moet het ook nog goed gaan. Wellicht doet de aard van de inrichting er dus ook toe in de praktijk. Een afstand van 100 meter vind ik niet acceptabel.