Uitspraak:
ECLI:NL:RBOBR:2019:4410,
Datum publicatie: 26-07-2019
Inhoud
Reek Explodeert had afgelopen nieuwjaarsdag niet mogen doorgaan. De rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de burgemeester van Landerd weliswaar een vergunning mocht verlenen voor het evenement met vuurwerkshow, maar op grond van regels in het Vuurwerkbesluit was de vuurwerkshow alsnog niet toegestaan.
De burgemeester van de gemeente Landerd verleende in oktober 2018 een evenementenvergunning voor een nieuwjaarsbijeenkomst met vuurwerkshow (Reek Explodeert) op 1 januari jl. op het terrein van de plaatselijke voetbalvereniging in Reek. Het vuurwerk zou worden afgestoken op 11 locaties, waarbij per locatie maximaal 25 kilo vuurwerk zou worden afgestoken. Het college van Gedeputeerde Staten (GS) van Noord-Brabant stelde hiertegen beroep in. Na de behandeling van de zaak door de voorzieningenrechter hebben partijen, in afwachting van de bodemprocedure, strikte afspraken gemaakt over de manier waarop het evenement dit keer toch kon doorgaan. GS heeft toen het verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken. Het gaat er in de bodemprocedure om of Reek Explodeert mocht plaatshebben zonder betrokkenheid van GS, om daarover ook voor de toekomst duidelijkheid te hebben.
Volgens GS gaat het in dit geval om het afsteken van maximaal 275 kilo vuurwerk met een bedrijfsmatig karakter, waarvoor volgens GS zijn toestemming nodig is. Alleen GS beschikt over de nodige deskundigheid voor het verlenen van een zogenoemde ontbrandingstoestemming en voor het houden van toezicht op evenementen waarbij vuurwerk wordt afgestoken.
De burgemeester stelt dat er geld wordt ingezameld waarmee de kosten van de organisatoren – voor de aanschaf van vuurwerk en voor verrichte diensten – worden vergoed. Er wordt geen vergoeding gegeven voor het afsteken van vuurwerk. Volgens de burgemeester is het evenement dus niet bedrijfsmatig. Volgens hem is hij op grond van de APV dan ook bevoegd om een vergunning voor dit soort evenementen te verlenen.
In de APV staat omschreven voor welke evenementen de burgemeester een vergunning kan verlenen. Voor een nieuwjaarsbijeenkomst waarbij vuurwerk wordt afgestoken, is geen uitzondering gemaakt en kan dus een vergunning worden verleend door de burgemeester. GS heeft echter op grond van het Vuurwerkbesluit bevoegdheden bij het afsteken van vuurwerk. In dit besluit staan algemene regels over een veilige omgang met vuurwerk. Degenen die handelingen met vuurwerk verrichten, moeten aan die regels voldoen, ongeacht of op grond van andere regelgeving toestemmingen nodig zijn. In het Vuurwerkbesluit staat onder meer dat het verboden is om vuurwerk te bewerken als je daarvoor geen vergunning hebt. Dit gaat bijvoorbeeld om het monteren van vuurwerkpakketten op pallets om de kans op omvallen te verkleinen. Bovendien mag je niet meer dan 25 kilo consumentenvuurwerk voorhanden hebben, als je geen vergunning hebt.
In dit geval heeft de organisatie van Reek Explodeert zo’n vergunning niet en er is veel meer vuurwerk voorhanden. Op grond van het Vuurwerkbesluit is dit evenement dan ook niet toegestaan. Dit staat los van het verlenen van de evenementenvergunning. De burgemeester mag wel degelijk een vergunning verlenen. Er kan echter handhavend worden opgetreden, als GS vaststelt dat er in strijd wordt gehandeld met het Vuurwerkbesluit.
Omdat de vergunningverlening en het voldoen aan de regels van het Vuurwerkbesluit los van elkaar staan, kan het beroep niet tot gevolg hebben dat het besluit waarbij de vergunning is verleend, moet worden vernietigd. Daarom wordt het beroep van GS ongegrond verklaard.
Het had overigens wel op de weg van de burgemeester gelegen om, los van de te verlenen evenementenvergunning, in dit kader de organisator vroegtijdig te wijzen op de ook van toepassing zijnde algemene regels uit het Vuurwerkbesluit.