zoeken

Gemeente Urk moet optreden tegen drankketen

De rechtbank heeft einduitspraak gedaan in de beroepsprocedure van verschillende horecaondernemers tegen de gemeente Urk, over de handhaving tegen vier jeugdhonken. In de tussenuitspraak van 24 oktober 2014 heeft de rechtbank geoordeeld dat onvoldoende was onderzocht of bij de jeugdhonken sprake was van een overtreding van de Drank- en Horecawet.

Het college van B&W van de gemeente Urk heeft hier na de tussenuitspraak alsnog nader onderzoek naar gedaan. De rechtbank oordeelt dat op grond van de bevindingen onvoldoende is komen vast te staan dat sprake is van een overtreding van de Drank- en Horecawet.

Het in de tussenuitspraak geconstateerde gebrek is dan ook hersteld. Vervolgens is de rechtbank ingegaan op de overige beroepsgronden.

De rechtbank is van oordeel dat de door de gemeente Urk gehanteerde Notitie (jeugd)honken gemeente Urk 2012-2014 buiten toepassing gelaten dient te worden, omdat deze in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel. Uit de Notitie (jeugd)honken gemeente Urk 2012-2014 blijkt onvoldoende van welke wettelijke bevoegdheid deze een uitwerking is.

De gemeente Urk had zich hier dan ook niet op mogen baseren en zal een nieuwe beslissing op bezwaar moeten nemen, waarbij alsnog wordt onderzocht of (de activiteiten van) de jeugdhonken in strijd zijn met wetgeving.

Klik hier voor de uitspraak.

FacebookTwitterGoogle+LinkedInEmail