Deze maand is de laagdrempelige inrichting uit de Wet op de Kansspelen opnieuw onder de aandacht gebracht. De aanleiding was een intrekkingsbesluit van de burgemeester van Amsterdam van de aanwezigheidsvergunning voor het exploiteren van twee kansspelautomaten in een horecabedrijf waar ook gebruik kan worden gemaakt van waterpijpen.
Hoog- en laagdrempelig
In artikel 30 van de Wet op de kansspelen is bepaald wat een hoog- of laagdrempelige inrichting is. Een bedrijf is hoogdrempelig als het café en het restaurantbezoek op zichzelf staat en waar geen andere activiteiten plaatsvinden, waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegekend.
Zelfstandige stroom
Het aanbieden van het gebruik van een waterpijp in een horecabedrijf levert een zelfstandige stroom aan bezoekers op, zo heeft de voorzieningenrechter geoordeeld eind 2013. Dit betekent dat het roken niet uitsluitend ter ondersteuning van het cafébezoek wordt gezien, maar het een zelfstandige betekenis krijgt.
Nadere invulling
Met deze uitspraak van de voorzieningenrechter is weer een nadere invulling gegeven aan wat moet worden onder de zinsnede ‘andere activiteiten, waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegekend’. Een interessante uitspraak voor alle spelers in het vakgebied die zich met aanwezigheidsvergunningen bezig houden.