Bij brief van 24 april heeft de Tweede Kamer aan staatssecretaris Van Rijn gevraagd om een schriftelijke reactie op de factsheet van de Universiteit Twente naar de beschikbaarheid van alcohol in filialen van Albert Heijn.
Uit dat onderzoek bleek dat naarmate jongeren onder de 18 jaar slimmer worden in het aankopen van alcohol, zij daar gemakkelijker in slagen. Dit onderzoek heeft, in vergelijking met de meer reguliere studies naar de naleving, een andere methode gehanteerd.
Acht minderjarige mystery-shoppers kregen de opdracht om zoveel mogelijk alcoholhoudende drank aan te schaffen bij zes vestigingen van Albert Heijn. Daarbij gingen de jongeren bewust op zoek naar zwakke plekken en mochten ze op eigen creatieve wijze proberen aan alcohol te komen. Ter illustratie enkele voorbeelden: bij de zelfscan kassa’s leidde de één de caissière af waardoor de ander alcohol kon aanschaffen. Bij reguliere kassa’s rekende men onder andere af met een motorhelm in de hand of met autosleutels aan de sleutelbos, waarbij dan werd vermeld dat het ID-bewijs nog in de auto lag.
De resultaten van deze zes vestigingen zijn teleurstellend. De wet stelt immers niet voor niets dat verstrekkers van alcoholhoudende dranken dienen vast te stellen dat de kopers de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, dit geldt dus ook als klanten op creatieve wijze anders doen geloven.
De staatssecretaris vertrouwt erop dat de opstellers van dit factsheet ook het uiteindelijke achterliggende onderzoek met bevindingen en methodes zullen delen, zodat de supermarkten waarmogelijk lering kunnen trekken uit de trucs die jongeren uithalen en de zwakke plekken die werden blootgelegd bij de verstrekking.
De beschreven bevindingen onderschrijven, naast het belang van naleving van de leeftijdsgrens door verstrekkers, ook nog maar eens het belang van de sociale norm waar aan wordt gewerkt: een cultuur waarin jongeren onder de 18 dergelijke pogingen niet eens ondernemen, omdat alcohol onder de 18 niet normaal is.
Lees hier de brief van de staatssecretaris.
